Wat moet je eigenlijk weten over een oldtimer?

Zo moet in België tegen 2020 het voertuig 30 jaar oud zijn om ingeschreven te worden als oldtimer, wat bijvoorbeeld in Wallonië reeds het geval is. In Vlaanderen bestaat er een overgangsmaatregel.

Er bestaat ook een overgangsmaatregel wat de technische inspecties betreft en er bestaan verschillen tussen de gewesten. Zo moeten in Vlaanderen sinds 2018 de oldtimers naar een periodieke autokeuring.

• Oldtimers tussen de 25 en 30 jaar jaarlijks. 
• Oldtimers vanaf 30 jaar tweejaarlijks.
• Oldtimers vanaf 50 jaar vijfjaarlijks.

We zien deze trend ook in de andere gewesten, hoe ouder het voertuig, hoe lager de frequentie voor een technische keuring. 

Het gebruik van een auto met oldtimerstatuut (en een O-nummerplaat) is zowel overdag als ’s nachts toegelaten en over eender welke afstand. Dit hoeft niet langer binnen een context te zijn van een manifestatie.

De enige uitzondering zijn oldtimers met rupsbanden. Die mogen slechts gebruikt worden voor proefritten binnen een straal van 3 km rond de stallingsplaats, alsook voor manifestaties. Dit omwille van de schade die ze kunnen toebrengen aan het wegdek en de ondergrond.

Er blijven echter nog enkele beperkingen voor oldtimers van kracht zoals het commercieel en professioneel gebruik, het woon-werkverkeer en woon-schoolverkeer, het bezoldigd vervoer en het gebruik als werktuig of werkmiddel.

Een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering is wettelijk verplicht voor een oldtimer. Maar de premie is weliswaar veel goedkoper dan een autoverzekering.

Daarnaast zijn ook de meeste oldtimerverzekeringen gebonden aan strikte voorwaarden. Welke voorwaarden er in de verzekering worden opgenomen, is afhankelijk van de verzekeringsmaatschappij.

Zoals voor een gewone wagen, kan je voor je oldtimer ook een omniumverzekering afsluiten.